Een eigen kart.
Zelf racen met een eigen RK1-kart? Superleuk! Maar waar begin je en wat heb je allemaal nodig? Als beginnende kartrijder vraag je je af wat je allemaal nodig hebt om te kunnen karten op de diverse banen, of wellicht wil je meedoen aan kartraces. Wat heb je nodig voor je karttransport, gereedschap, onderhoud of reserveonderdelen, en je persoonlijke uitrusting? We zetten alles overzichtelijk voor je op een rij
De kart
De basis is natuurlijk een eigen kart met een RK1-motor. Deze zijn er in verschillende uitvoeringen, afhankelijk van je leeftijd, gewicht en rijders klasse. Voor kartframes zijn er verschillende maten, gemeten vanaf het fusee scharnier tot het midden van de rugleuning van de stoel: Mini (± 90 cm), Junior (± 102-104 cm) en Senior (± 104-108 cm). De RK1-juniormotor gaat samen met een mini- of juniorframe en de RK1 BigBore-motor met een senior- of juniorframe, afhankelijk van de lengte.
Diverse kartframefabrikanten zijn: Tony Kart, Birel ART, CRG, Kosmic, Sodi Kart, Praga, Intrepid, OTK Kart Group en FA Kart.
Kartframes zijn verkrijgbaar in verschillende stijfheden, wat invloed heeft op de prestaties en het rijgedrag van de kart. De stijfheid van een kartframe wordt bepaald door het ontwerp, de gebruikte materialen en de dikte van de buizen.
Zacht Frame:
- Kenmerken: Meer flexibiliteit, wat kan helpen bij het verbeteren van de grip in bochten.
- Voordelen: Geschikt voor circuits met lage grip of voor lichtere rijders.
- Nadelen: Kan minder stabiel zijn op circuits met hoge grip.
Medium Frame:
- Kenmerken: Een balans tussen flexibiliteit en stijfheid.
- Voordelen: Veelzijdig en geschikt voor een breed scala aan circuits en omstandigheden.
- Nadelen: Mogelijk niet optimaal voor extreme omstandigheden (zeer hoge of lage grip).
Stijf Frame:
- Kenmerken: Minder flexibiliteit, wat kan leiden tot meer stabiliteit en precisie.
- Voordelen: Geschikt voor circuits met hoge grip en zwaardere rijders.
- Nadelen: Kan minder grip bieden op circuits met lage grip.
De keuze van de stijfheid hangt af van verschillende factoren, zoals het type circuit, de rijomstandigheden, het gewicht van de rijder en persoonlijke voorkeuren. Het is vaak een kwestie van testen en afstemmen om de beste combinatie voor jouw specifieke situatie te vinden.
Koop je van iemand een gebruikte kart? Controleer die dan goed of laat hem goed controleren. Check het frame (leeftijd, vooral de onderkant), speling, uitlijning, schade, staat van de banden, enzovoort.
Ga je meedoen aan races, dan moet het frame CIK/FIA gehomologeerd zijn.
Persoonlijke uitrusting
Goede bescherming is zeer belangrijk voor de veiligheid en dit heb je minimaal nodig:
- Kartoverall: Slijtvast en ademend. Als je wilt deelnemen aan races, is een Snell/FIA-keurmerk aanbevolen.
- Regenoverall: Waterdichte overall over je kartoverall. Als het hard regent, ben je zomaar 2-3 kg zwaarder zonder regenoverall.
- Helm: Een goedgekeurde karthelm (Snell/FIA-keurmerk aanbevolen), bijvoorbeeld van merken als Arai, Zamp, of LS2.
- Kartschoenen: Met dunne zool voor optimaal pedaalgevoel.
- Handschoenen: Voor goede grip en bescherming tegen blaren.
- Nekband of neckbrace: Ter bescherming van de nek.
- Ribprotector: Voor extra veiligheid bij impact of belasting.
Er zijn diverse merken zoals Alpinestars, Sparco, OMP, of Arroxx.
Pitkar of bok
Een pitkar (ook wel kartbok genoemd) gebruik je om de kart makkelijk te verplaatsen in de paddock, maar ook om een comfortabele werkhoogte te bieden bij onderhoud en afstellingen. Er zijn eenvoudige kartbokken waarbij je de kart met z'n tweeën optilt, maar ook luxe uitvoeringen met een lier of acculift.
Gereedschap en onderdelen
Aan een kart moet je sleutelen, wat natuurlijk hartstikke leuk is. Als je handig bent en veel vragen stelt aan anderen, dan leer je het vanzelf. Zorg voor een degelijke gereedschapsset met onder andere:
- Steek- en ringsleutels, maten 7, 8, 10, 13
- Een goede dopsleutelset is bijzonder handig, maten 7, 8, 10, 13, 16, 17, 19, 24
- Inbussleutels, maten 2.5, 4, 5, 6, 8
- Bandenmontagegereedschap – bandenpers, bandenschaar, bandenlepel, (accu)compressor en bandendrukmeter
- Koppelings- of kettinggereedschap
- Trechters en brandstofslang
En denk aan een voorraad van:
- Motorolie, (ceramische) kettingspray, hoogtemperatuurvet voor koppelinglager
- Smeermiddelenspray voor lagers en remvloeistof DOT 4 of 5 (sil) (check welke in het remsysteem zit)
- Brandstof Euro 98 of hoger (10-15 liter), jerrycans
- Reserveonderdelen zoals:
- Bougies NGK CR8E & NGK CR9E
- Brandstoffilter en slangen
- Kettingen, lengten bijv. 104 – 116 (verschillende tandwielverhoudingen brengen de motor dichterbij of verder van de achteras)
- Elke baan heeft zijn eigen tandwielverhouding
- Motortandwielen, meestal 12 of 13 tanden, soms 11 of 14
- Achterastandwielen (doorgaans tussen de 70 en 84), maar tot 65 of 87 kan ook
- (Inbus)boutjes M6 en M8 (rvs), normaal of verzonken, ringen en (borg)moeren
- Kabels voor rem- en gaskabel
Banden en velgen
Afhankelijk van het seizoen en het weer heb je slicks (droog weer) of regenbanden nodig (wet race). Zorg ook voor een setje extra velgen, een bandenspanningsmeter en een bandenpomp of een infraroodmeter om snel de temperatuur te bekijken na het rijden.
Banden spelen een grote rol in de grip en wegligging van de kart, maar er zijn veel factoren die de optimale temperatuur (70-100°C) in de banden bepalen:
- Het weer en de temperatuur van de baan
- Het circuit (verhouding bochten links/rechts en type asfalt)
- De bandencompound en bandenspanning (lage spanning kan leiden tot meer vervorming en warmteopbouw, terwijl hoge spanning de warmteafvoer kan verbeteren)
- Het velgtype, zoals aluminium (goede warmteafvoer) of magnesium (uitstekende warmteafvoer en lichtgewicht)
Qua bandenmerken zijn er vele keuzes, maar als je bijvoorbeeld in races mee wilt rijden, zijn deze veelal beschreven in een reglement. Het kan ook zijn dat je de banden via de organisatie moet kopen. Diverse merken zijn Maxxis, Bridgestone, Mitas, MG Tires, Vega, Mojo, en LeCont.
Qua hardheden zijn er zacht, medium, hard, en endurance. Let veelal op de kleur van de tekst en de typeaanduiding; dan is doorgaans via internet te achterhalen welk bandtype het is.
Velgmaten zijn afhankelijk van de kart (Mini, Junior of Senior), maar staan ook altijd beschreven in het reglement van de races waaraan je meedoet.
In races worden vaak nieuwe banden gebruikt (het tijdverschil tussen nieuw en gebruikt kan zo 3-4 tienden zijn), waarbij de racebanden dan degraderen tot trainingsbanden, waar je nog flink wat dagen mee kan rijden. De meetkuiltjes geven aan hoever de band is gesleten. En neem reservebanden mee! Banden (vooral regenbanden) kunnen soms onverwacht snel slijten (zoals regenbanden op een te droge baan of een hete zomerdag).
Een tip, maar niet direct noodzakelijk: Zeker in races en bij wisselende weersomstandigheden kun je veel wisselen tussen slicks en regenbanden, maar ook tussen training- en racebanden. Het wisselen van banden kan zo een half uur tot een uur duren, en bij wisselende weersomstandigheden kun je daar erg druk mee zijn. Dus een set velgen met slicks erop en een set voor regenbanden is handig, maar een extra set velgen voor trainingsslicks of regenbanden voorkomt het vele wisselen gedurende de dag.
Transportmiddelen
Je kart moet natuurlijk van en naar het kartcircuit worden vervoerd:
- Bus of aanhanger: De meeste rijders gebruiken een gesloten aanhanger of bestelbus vanwege weersinvloeden. Een minimale breedte van 150 cm is handig, bijvoorbeeld voor één of twee karts. Een gesloten aanhanger is handig en met goede sloten, ter voorkoming van diefstal. Het verzekeren van karts en gereedschap is lastig en duur.
- Rijplaten of oprijgoten: Voor het in- en uitladen of vanaf de pitkar, afhankelijk van het type kar.
- Steunpoten: Aan de achterzijde helpen ze met het horizontaal houden van de kar bij het in- en uitladen van de kart. Ook aan de voorzijde kunnen ze nuttig zijn bij het ontlasten van het zwenkwiel.
- Ongeremde of geremde aanhangers: Ongeremde aanhangers tot 750 kg zijn prima voor één kart, terwijl voor twee karts veelal geremde aanhangers worden gebruikt. Het gewicht van een kart (ongeveer 90-100 kg) valt mee, maar met alle aanverwante spullen loopt het al snel op. Denk ook aan de breekkabel.
Merken voor aanhangers zijn: Vezeko, Saris, Humbaur, enz.
Kart tent
Je bent altijd afhankelijk van het weer (niets is zo veranderlijk), dus om droog te staan is wel zo prettig. Het beschermt ook je gereedschap tegen de regen. Veelal gebruikt men een tent van 3 x 3 meter met twee zijwanden en een achterwand, die van een pakket van 0,4 x 0,4 x 1,6 meter in enkele minuten is op te bouwen tot een tent. Onmisbaar.
Een 24MX-tent wordt veel gebruikt, maar een stevige partytent is ook goed. Let wel op de stevigheid, want als je een hele dag (tijdens een race) in de regen staat met windkracht 5 of 6, dan is dat echt nodig.
Tentharingen kun je niet altijd gebruiken omdat de terreinen vaak grind en kiezels bevatten. Men gebruikt vaak (oude) kartbanden (voorkeur voor achterband), gevuld met cement en kiezels en een stevige haak als contragewicht voor de tent, samen met spanbanden aan het frame, om de tent onder controle te houden bij stevige wind.
Zorg ook voor een vloeistofdicht zeil van zo’n 2 x 3 meter voor op de grond. En een (accu)lamp met magneetvoet is handig als het wat donker wordt of als je iets moet zoeken in de karthaanger.
Stroomvoorziening
Een aggregaat voor spanningsvoorziening op de terreinen is erg handig. Meestal zijn daar geen spanningspunten van 230 VAC aanwezig voor het opladen van accu's van de kart en accugereedschap. Er zijn ook mogelijkheden voor accu's in de aanhanger met laders die van accu naar accu laden. Reserveaccu's voor gereedschap kan men ook thuis opladen. Kijk wat het beste uitkomt en ook kostentechnisch, want aggregaten zijn best prijzig.
Onderhoud en verzorging
Om lang plezier te hebben van je kart is regelmatig onderhoud cruciaal:
- Reinig de kart na elk gebruik
- Ververs olie op tijd
- Controleer bouten (alles trilt los), ketting en remmen
- Smeer bewegende delen regelmatig
Verdere onderhoudsdocumenten zijn te vinden op deze site.
Kartbanen
Het rijden met een eigen kart gebeurt meestal op een buitenbaan. Soms kan het ook op binnenbanen, bijvoorbeeld tijdens clubavonden, maar let op: een eigen kart heeft geen beschermrand rondom, dus de kans op schade is groot.
Kartbanen voor het rijden met een eigen kart zijn: KCNN Vledderveen, kartcircuit Pottendijk Emmen, kartbaan Ulrum, Circuit Park Berghem, kartbaan Eefde, kartbaan Oldenzaal, kartbaan Lelystad, kartbaan Strijen, en kartbaan Texel. Andere banen over de grens zijn: Genk, Dankern, Emsbüren, Kerpen en Spa.
Doorgaans betaal je een dagkaart van 35-50 euro en wordt elk uur in 3 of 4 sessies gereden, afhankelijk van de verschillende soorten karts en motoren.